Veelgestelde vragen
Het gaat om de persoonlijke ervaringen van iedereen die te maken heeft gehad met afstand en adoptie tussen 1956 en 1984. Daaronder vallen in ieder geval de volgende personen:
- Iedereen van wie een kind is afgestaan. Dat kunnen vrouwen zijn (moeders) of mannen (vaders). Het kind kan uit vrije wil zijn afgestaan of onder druk vanuit de omgeving.
- Iedereen die als kind is afgestaan.
- Iedereen die heeft gezorgd voor een kind dat was afgestaan, bijvoorbeeld adoptieouders of pleegouders.
- Familieleden of partners of andere naasten van mensen die te maken kregen met afstand en adoptie.
- Ook als u als professional betrokken bent geweest bij binnenlandse afstand en adoptie in de periode 1956-1984 kan uw kennis hierover belangrijk zijn voor de onderzoekers.
Deelname aan het onderzoek is niet meer mogelijk. De aanmeldingstermijnen van de deelonderzoeken zijn gesloten.
Nee, alle informatie die in het vorige onderzoek is verzameld, is vernietigd. De onderzoekers van dit onderzoek verzamelen alle informatie opnieuw.
Ja, het onderzoek gaat ook over kinderen die zijn afgestaan maar niet zijn geadopteerd. Niet alle kinderen die werden afgestaan werden ook geadopteerd. Hun geschiedenis hoort ook bij de geschiedenis van afstand en adoptie die de commissie onderzoekt.
De ervaringen van iedereen die te maken heeft gehad met afstand en adoptie zijn belangrijk in het onderzoek. Alle ervaringen worden meegenomen. Het maakt niet uit of mensen hierdoor veel of weinig of helemaal geen moeilijkheden hebben gekend.
Nee dat kan niet. De onderzoekers die onderzoek doen in archieven en dossiers kunnen en mogen niet zoeken naar specifieke dossiers. Zij mogen ook geen gegevens van individuele personen noteren. Zij beschrijven in hun eindrapport dat wat er is gebeurd rond binnenlandse afstand en adoptie tussen 1956 en 1984 zo dat er geen specifieke mensen in te herkennen zijn.
De onderzoekers bewerken alle bijdragen tot anonieme informatie, dat betekent dat uw informatie of verhaal zo wordt verwerkt dat niemand kan zien over wie het gaat. In het onderzoeksrapport zal geen informatie worden opgenomen die naar individuele personen te herleiden is.
De commissie vindt het belangrijk dat iedereen die meedoet aan het onderzoek er zeker van kan zijn dat er zorgvuldig met hun informatie wordt omgegaan. Daarom let de commissie scherp op de werkwijze van de onderzoekers. De belangrijkste punten zijn hierbij dat er geen zaken vermeld mogen worden waardoor mensen herkenbaar zijn, en dat alle informatie die de onderzoekers verzameld hebben goed beveiligd wordt opgeslagen.
Het kan zijn dat dit onderzoek bij u emoties of stress geeft. Het kan dan belangrijk zijn hierover verder te praten. Slachtofferhulp Nederland helpt mensen hun leven weer op te pakken na een ingrijpende gebeurtenis. De commissie heeft met deze organisatie aparte afspraken gemaakt over het bieden van nazorg en een luisterend oor aan betrokkenen bij afstand en adoptie.
U kunt hen bereiken door te mailen naar binnenlandseafstandenadoptie@slachtofferhulp.nl, vermeld daarbij het telefoonnummer waarop u bereikbaar bent.
In dit nazorggesprek luistert een beroepskracht zonder oordeel. De medewerker geeft geen informatie door aan de commissie.
Onze commissie is helemaal onafhankelijk. Dat wil zeggen dat de overheid en politiek of andere groepen of personen zich niet bemoeien met hoe het onderzoek wordt uitgevoerd en door welke onderzoekers dit gebeurt.
Ja, het hoort ook bij de opdracht van de commissie om te kijken naar de rol van de overheid en andere instanties. De minister heeft het zo laten opschrijven: de commissie heeft de opdracht gekregen om in het onderzoek in ieder geval te kijken naar ‘de rol die verschillende betrokkenen destijds bij binnenlandse afstand en adoptie hebben gespeeld, waaronder de overheid, relevante maatschappelijke organisaties, zoals destijds de raden voor de kinderbescherming, en de samenleving zèlf (civil society)’. Dit kunt u ook in het instellingsbesluit nalezen. Klik hier voor het instellingsbesluit.
De commissie wil heel zorgvuldig te werk te gaan. Het onderzoek raakt persoonlijke ervaringen van mensen. Er is de laatste jaren al veel over binnenlandse afstand en adoptie gezegd en geschreven. Dat heeft niet altijd goed uitgepakt. Daarom is zorgvuldige omgang met mensen en met onderzoeksprocessen nu des te meer van belang. Daar nemen we dus de tijd voor.
We hopen in het voorjaar van 2025 het eindrapport aan de staatssecretaris van rechtsbescherming te kunnen aanbieden.